Daar zat ik dan, in een voor mij totaal verkeerde kroeg. Hoe dat zo kwam is een ander verhaal. Smartlappen kwamen uit de boxen. Vaste klanten liepen binnen. Ze kennen elkaar. Het is vrijdagavond, tijd om de week door te nemen, mee te zingen met de Amsterdamse liederen en te proosten op wat dan ook.
Een zeer stevige vrouw, netjes opgemaakt, haar in de haarlak (dat ging nergens meer zomaar heen) hijst zichzelf op een barkruk eentje verder dan naast de mijne.
Ze verzit wat en draait, uiteindelijk vind ze haar goede vrijdagavondkroegzit. Ze kijkt met een blik ‘nou ik ben binnen en ben er klaar voor’ het cafe rond. Oh, nee toch niet. Ze doet een graai in haar grote handtas en haalt er een deodorant spuitfles uit. Schuift haar, gelukkig ruime, blouse bij de hals wat open, de spuitfles verdwijnt in de blouse en maakt psssst geluid aan de rechterokselkant. Dit wordt soepel herhaalt aan de linkerkant. Nu is ze er echt klaar voor.
Ik kijk verbijsterd, had dat nou niet even thuis gekund? Grappig, zo aan de bar even spuiten. Deel mijn verwondering met degene die me hier heeft doen komen, die is niet verbaasd en zegt dat het een fijne vrouw is. Ja, ja, daar gaat het nou even niet om.
Duidelijk. Mijn verbazing / commentaar houd ik voor mezelf deze avond. Hier gelden andere regels dan ik gewend ben. Je hoeft hier niet naar de wc te lopen om je make-up of wat dan ook goed te doen. We zijn vrij om te doen wat we willen en als allerbeste vrienden voor een avond onder elkaar.
Naast mij wordt de barkruk weggehaald, geeft altijd een ongezellig gevoel. Beetje jammer om naast een gat te zitten aan de bar. Al snel wordt het gat gevuld door een vriendelijk ogende man. Hij zegt zijn makker, die ook net met zijn vriendin is binnengekomen, hartelijke gedag. ‘Ach’; zegt hij tegen me ‘hij is al mijn gabbertje sinds we 5 zijn.’ Ik schat ze in de 60 dus dat is al een tijdje.
Ik concludeer dat hij niet lang kan zijn daar we elkaar in de ogen kunnen kijken terwijl ik zit en hij staat. Hij verteld me dat hij die avond drie complimenten aan me gaat geven. Altijd leuk. Ik zeg hem dat ik daarnaar uitkijk. De vaart in de drankjes zit er goed in. Ookal ben ik een vreemde in het gezeldschap mijn drankjes lopen soepel mee in de bestellingen. Ik schroef mijn tempo op om straks in staat te zijn ook een rondje te kunnen geven.
Pauze even een sigaretje buiten roken. Ik meld dit aan mijn buurman, om te voorkomen dat hij zich beledigd voelt dat ik zomaar weg loop. ‘Nee, schat geen probleem ik loop met je mee, ik vind je leuk, zie je, daar heb je je eerste compliment al.’
Als ik ga staan denk ik waar is die man gebleven??? Hij is echt een stuk kleiner en ik kijk naar beneden. Probeer mijn gezicht in de plooi te houden. Niet verbaasd kijken!!! Het lukt me.
We lopen naar het terras. Hij praat door over van alles, zijn werk, dochters, gabbers, Amsterdam. Opeens zegt hij;‘Als jij en ik iets samen krijgen, koop ik een Brabantia trapje… en geef ik een kus op je voorhoofd.’
Ik kijk hem lachend aan. Het is vast niet de eerste keer dat hij dit tegen een vrouw zegt, maar voor mij wel de eerste keer dat ik het hoor. Geweldig, wat een man. Ik zeg tegen hem; ‘Het zal er niet van komen, maar vergeten doe ik jou niet.’